In een ander artikel schreef ik over hard geld. Wat is dan hard geld?
Is dat anders dan digitaal geld, zoals je saldo bij de bank?
Bestaat er ook zacht geld? Waarom zou ik hier überhaupt iets over moeten weten?
In dit artikel gaan we in op de eigenschappen van goed geld. Oftewel, hard geld makkelijk gemaakt.
Hard geld makkelijk gemaakt
Hard geld makkelijk gemaakt, lijkt alsof we makkelijk hard geld kunnen maken.
Het is meer een omschrijving van dit artikel.
In dit artikel bespreken we namelijk een term, ‘hard geld’ en de bedoeling is om deze term makkelijk te maken, zodat je snel en makkelijk het onderscheid kunt maken tussen goed geld, ook wel hard geld, en niet zo goed geld!
In het engels zouden we voor deze term ‘sound money’ gebruiken.
Sound staat voor geluid. Geld dat geluid maakt?
Ja, geld dat geluid maakt. Echte kenners konden aan het geluid van zilveren of gouden munten horen of er niet met de munten gesjoemeld was.
Hard geld had een bepaalde klank en gewicht. Kenners wisten dat.
Waarom zie je Olympische medaille winnaars in hun gouden plak bijten?
Waarschijnlijk weten ze het zelf niet eens, maar het is een bekend gebruik.
Vroeger kon men op die manier bepalen of het echt goud was (of niet).
De meeste mensen hebben de kennis en ervaring niet om de echtheid te bepalen aan de hand van klank of door er in te bijten.
We hebben nu een ander soort geld.
Is dit geld van papier en munten beter dan het hard geld van toen? Laten we het onderzoeken.
Jouw levensenergie vs. de printer
De term levensenergie beschrijft de moeite die je moet doen om geld te verdienen.
Met andere woorden: je werkt ergens voor en ontvangt als tegenprestatie daar iets voor terug.
Je kunt op basis van ruilhandel jouw energie ergens in steken.
Je kunt bijvoorbeeld de fiets van iemand repareren in ruil voor een massage. Je kunt een hypnose sessie met iemand doen in ruil voor een tas met groente en fruit uit zijn moestuin. Je kunt iemand helpen met het bestraten van een terras in ruil voor het invullen van jouw belastingaangifte.
Je voelt al aan dat ruilhandel niet makkelijk te waarderen is.
Staat het repareren van een fiets wel in verhouding tot een massage?
Dat ontdekte men al heel snel en toen is er een tussenvorm bedacht: geld.
Je werkt nog steeds
Je repareert fietsen, geeft massages, doet hypnose sessies, verbouwt groeten en fruit, bestraat terrassen of je vult belastingaangiftes creatief in.
Kortom, je steekt jouw energie, jouw levensenergie in je werk en je krijgt er iets anders voor terug.
Geen andere goederen of diensten, maar geld.
Dat is veel makkelijker, want geld kun je weer ruilen voor iets waar jij behoefte aan hebt.
Prima werkvorm. Maar nu komt het.
Het gekke is namelijk dat jij, ik, wij onze levensenergie opgeven in ruil voor geld terwijl overheden geld simpelweg bijprinten.
Laat dit even tot je doordringen.
Overheden doen allerlei projectjes zoals ziekenhuizen bouwen, wegen aanleggen, schoolsysteem onderhouden, krona-maatregelen optuigen, oorlog voeren met verschillende landjes en andere nobele zaken (vinden zij).
Daar is geld voor nodig. Veel geld, zelfs.
De belastinginkomsten zijn meestal niet genoeg en dus wordt er alvast van de toekomst geleend om nu een oorlogje te kunnen voeren.
Dat geld lenen is geldcreatie. Dat gratis geld concurreert met jouw levensenergie.
Later moeten wij dat geleende geld terugbetalen in de vorm van belastingen.
De helft van jouw gewerkte levensenergie gaat op aan belastingen (meer zelfs).
Dat is een beetje raar: je werkt voor iets, wat de overheid gewoon met één druk op de knop creëert.
Het gekke is dat niemand in op stand komt tegen deze diefstal van tijd. Jouw tijd.
Don’t get me wrong: er is niets mis met werken, maar er gaat hier iets gruwelijks verkeerd.
Jaren '70
Gezinnen van na de oorlog zagen er ongeveer zo uit: vader werkte, moeder werkte thuis in de vorm van het huishouden, kinderen opvoeden en eten verzorgen, en er waren vaak een stel kinderen.
Anders valt er niet zoveel op te voeden!
Het leven was goed.
Misschien een keertje op vakantie maar zeker niet meer dan dat. Doorsnee gezin.
Na 2000
Noem het emancipatie, I don’t care, maar het is voor de meeste mensen noodzakelijk om allebei te werken.
Niet omdat het zo leuk is, maar gewoon omdat het anders niet meer te betalen is.
En ja, het is natuurlijk geweldig om sociaal, intellectueel en maatschappelijk betrokken te zijn met je werk.
Het is ook fijn dat vrouwen niet meer afhankelijk zijn.
All good, maar het is gewoon nodig.
Het kan bijna niet meer anders.
Hoe kan dat?
En dat terwijl de technologische ontwikkelingen niet stil hebben gestaan.
Sterker nog, juist door technologische ontwikkeling is alles veel beter geworden.
Eigenlijk zou alles daarom veel goedkoper moeten zijn dan 40-50 jaar geleden. Dat is niet zo.
De oogst van aardappelen mislukt vrijwel nooit, er zijn bijna geen mensen nodig en de opbrengst per vierkante meter is verdubbeld in 50 jaar tijd.
Helaas is de prijs ook verdubbeld.
Dat is raar: het is makkelijker om te maken, hogere opbrengsten en toch is de prijs omhoog gegaan.
Die prijs zou gehalveerd moeten zijn! Waarom is dat niet zo?
Dit fenomeen heeft niet alleen plaatsgevonden bij aardappelen, maar bij vrijwel alles.
De uitzondering is technologie.
Vroeger gingen we naar de videotheek. Huurden we één film voor één dag.
Hopelijk was het een goede film, want de volgende dag moest de videoband teruggespoeld en wel ingeleverd worden.
Nu heb je praktisch oneindig veel films en series via je streamingdienst tot je beschikking voor een fractie van de prijs.
Bellen naar Amerika was ondenkbaar. Nu is het gratis.
De rest… is duurder geworden ondanks alle technologische innovaties.
Hoe komt dat?
De geldprinter print meer en sneller geld dan dat de productiviteit toeneemt.
Dit is een doordenker.
Lees het het nog een keer: de geldprinter print meer en sneller geld dan dat de productiviteit toeneemt.
Met een ingewikkeld woord, noemt men dat kwantitatieve geldverruiming: geldschepping uit het niets.
Wie doet dit?
Overheden en centrale banken. Niemand anders.
Waarom?
Zogenaamd om de economie aan te jagen en om persoonlijke, prestige projectjes van overheden te financieren.
De negatieve bijwerking is dat deze geldschepping een enorme schuldenberg veroorzaakt.
Makkelijk geld
De euro, de dollar, de Britse pond, de yen, de… dat noemen we gemakshalve geld, maar is valuta.
Goed geld beschikt over drie eenvoudige eigenschappen:
1. het is een ruilmiddel
2. het is een rekeneenheid
3. het is een spaarmiddel
Misschien nog een paar bonuseigenschappen:
4. het is vervangbaar
5. het is deelbaar en
6. het is duurzaam
Valuta voldoet aan al deze eigenschappen behalve nummer 3.
Een beetje lekker sparen lukt niet. Niet alleen nu niet, maar al ruim 50 jaar niet.
Elk jaar verliest valuta een beetje z’n waarde, inflatie heet dat.
De enige langdurige oorzaak van brede inflatie is geldcreatie, bijprinten.
Het kan me niet schelen wat Mathijs Bouman hierover zegt.
Langdurige inflatie is het gevolg van geldcreatie.
Inflatie kan ook tijdelijk ontstaan wanneer een koffiebonen oogst in Zuid-Amerika mislukt of wanneer een olieveld afbrandt, of wanneer de vraag naar toiletpapier ineens toeneemt.
Dat is vaak tijdelijk en slechts binnen één productsoort.
Vaak dalen de prijzen nadat het probleem is opgelost.
Als de prijs van olie en gas omhoog gaat, dan gaat de prijs van heel veel spullen ook omhoog, omdat er energie nodig is om het te maken.
Maar dat kan dan weer naar beneden gaan als de prijs van olie en gas daalt.
Hard geld
Hard geld heeft de extra eigenschap van spaarmiddel, nummer drie van ons rijtje.
Ja, maar met euro’s kan ik toch ook sparen?
Klopt, dat hebben we wel zo geleerd, maar toch neemt de koopkracht elk jaar een beetje af en in sommige jaren neemt de koopkracht heel veel af.
Voorbeeld:
Neem een blikje doperwten.
Vandaag oogst je het spul, je stopt het in een blikje en je zet er een datum op, bijvoorbeeld 5 jaar in de toekomst.
Wat die voedingswaarde vandaag ook is, over 5 jaar is die voedingswaarde nog exact hetzelfde. Die voedingswaarde is niet minder geworden. Ook niet meer.
Neem een stukje goud van 10 gram.
Goud roest niet, de chemische samenstelling verandert niet, het wordt niet lichter en het wordt ook niet zwaarder.
Het blijft hetzelfde gewicht van 10 gram met dezelfde chemische samenstelling, al bewaar je het 100 of 1000 jaar.
Die 10 gram heeft een bepaalde koopkracht.
Je kunt daar vandaag iets van kopen en in de toekomst zul je er wellicht hetzelfde mee kunnen kopen.
De koopkracht blijft vrijwel gelijk.
Neem nu jouw euro.
De koopkracht van 100 euro vandaag is niet hetzelfde als die van vorig jaar of volgend jaar.
Laat staan die van 10 jaar geleden of over 10 jaar.
Dit is een oud, maar bekend plaatje.
Bonuseigenschappen 4, 5, 6
Het gaat met name om eigenschappen van ruilmiddel, rekeneenheid en spaarmiddel.
De bonuseigenschappen zijn ook belangrijk, natuurlijk.
4. Vervangbaar
Vervangbaar betekent hier dat je met elke euro hetzelfde kunt kopen.
Jouw 2 euro munt heeft dezelfde waarde als mijn 2 euro munt.
Mijn briefje van 50 kan ik hetzelfde gebruiken als jouw briefje van 50.
Je zou namelijk ook een schilderij als geld kunnen gebruiken.
Je schilderij van Piet Mondriaan kun je als ruilmiddel gebruiken.
Ook als rekeneenheid. En je kunt de waarde van je vermogen in dit schilderij opslaan.
Maar jouw schilderij van Mondriaan is niet vervangbaar als geld met een ander schilderij.
Je schilderij is uniek. Er bestaat er maar één van, want dat maakt het waardevol.
Dat maakt het ongeschikt als hard geld terwijl het wel een goede manier kan zijn om je vermogen in te bewaren.
5. Deelbaar.
Euro’s kun je makkelijk delen.
Een briefje van 20 kun je makkelijk delen in briefjes van 10 of 5 of wat dan ook.
Je schilderij van Mondriaan kun je niet delen.
Goud is lastig deelbaar.
6. Duurzaam
Goed geld moet wel een beetje lang mee kunnen gaan, duurzaam zijn.
De euro voldoet daar prima aan.
Op een gegeven moment gaat een briefje van 5 wel kapot, maar niet heel snel.
Duurzaamheid maakt het geschikt als geld.
Een gewoon A4-tje met een paar getallen erop zou niet duurzaam zijn.
Dat gaat snel kapot, het scheurt of het slijt snel.
Hard geld makkelijk gemaakt
Nog een verdere vereenvoudiging.
Goed geld is een goed ruilmiddel. Een ruilmiddel over afstand.
De euro voldoet daar aan.
Ik kan nu geld naar jou overmaken en het maakt dan niet uit waar je bent.
Of je nu naast me zit of in Afrika.
Ik kan makkelijk geld over afstand naar jou verplaatsen.
Contant geld of goud is niet makkelijk over afstand te verplaatsen.
Goud transacties moeten flink beveiligd worden, het kost veel tijd en energie.
Dat is een belangrijke eigenschap van de ruilbaarheid van goed geld.
Goed geld is een goed spaarmiddel.
Het behoudt koopkracht door de tijd heen. Denk nog maar ons blikje doperwten.
Door de tijd behoudt het blikje doperwten z’n voedingswaarde.
De euro voldoet daar niet aan.
De koopkracht van de euro gaat verloren in de tijd.
De koopkracht van goud blijft goed.
Hmmm… eigenlijk voldoen de euro en goud niet echt lekker als goed goed.
Wat dan wel?
Bitcoin
Bitcoin is digitaal geld.
In het protocol van Bitcoin is absolute schaarste ingebakken.
Er zullen nooit meer Bitcoin komen dan 21 miljoen.
De euro is niet schaars.
Daar creëren we er gemiddeld zo’n 6-7% per jaar bij en de laatste drie jaar zelfs 100%.
Geen wonder dat er inflatie is.
Goud wordt nog steeds gevonden.
Dat is niet makkelijk en toch komt er zo’n 1,5-2% per jaar bij.
Dat is dan de maximale inflatie van goud.
Bitcoin kent ook nog een inflatie.
Nu (2023) is dat zo’n 1,5% en in 2024 zal dat dalen naar 0,78%. En dat weten we nu al!
Bitcoin heeft geen baas, CEO of andere centrale partij die de boel ‘regelt’.
Kun je Bitcoin versturen over afstand?
Ja, heel makkelijk.
Bij wijze van spreken heb je Bitcoin in zo’n 10-60 minuten verstuurd naar de andere kant van de wereld.
Doe dat maar eens met een banktransactie.
Dat kost je minimaal 2 weken en bende transactiekosten.
Is Bitcoin een goed spaarmiddel?
Nou, hier zullen we nog wel wat discussies over hebben, vermoed ik.
Bitcoin startte in 2009 met een waarde van exact nul euro.
Nu staat de koers van Bitcoin rond de 20k (februari 2023).
De vlag kan uit op basis van deze gegevens.
Maar, zul je aanvoeren, Bitcoin heeft ook een koers gehad van bijna 60k!
Kijk, dan is het niet zo leuk.
Dan heb je een daling te pakken en flink ook.
Dit is de huidige koers in US$: $63.258,00
Zoom je flink uit dan is Bitcoin gestegen.
En wetende dat de inflatie van Bitcoin alleen maar verder afneemt, is de verwachting dat Bitcoin alleen maar in waarde toe zal nemen.
Dat maakt van Bitcoin het ultieme spaarmiddel.
Precies zoals hard geld bedoeld is: niet om te speculeren maar om te sparen.
In tegenstelling tot goud, mag Bitcoin dan geen geluid maken, het is toch het meest harde geld dat ooit door de mens is uitgevonden.
Bitcoin is de nieuwe technologie die de functie van sound money het beste kan vervullen in het digitale tijdperk.
Samenvatting
Hard geld makkelijk gemaakt.
Goed geld, sound money, beschikt over een aantal essentiële eigenschappen:
- het is een ruilmiddel
- het is een rekeneenheid
- het is een spaarmiddel
- het is vervangbaar
- het is deelbaar en
- het is duurzaam
En met name nummer drie is waar de euro niet aan voldoet. Goud en Bitcoin wel.
Goed geld is ook makkelijk te verplaatsen van A naar B.
De euro en Bitcoin voldoen daar aan. Goud niet.
Met andere woorden: het hardste geld is Bitcoin.
Je kunt ook waarde opslaan in goud, maar het is niet makkelijk mee te nemen.
Iemand betalen met goud is makkelijk wanneer de persoon naast je zit.
Zit de persoon aan de andere kant van de wereld dan wordt het lastiger.
Bitcoin is de oplossing voor ons wankele geldsysteem.
Heel veel mensen hebben dit al in de gaten en bewaren een deel van hun vermogen in Bitcoin (en goud) om de ontwaarding van de euro tegen te gaan.
Dat is financieel leiderschap.
Veel succes 🍀
Richard 💪🎯
